U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.
 
 
 

Openingstijden

24/7 open voor spoed

Praktijk Duiven

Maandag t/m vrijdag 9:00 - 19:00
Zaterdag 10:00-11:00

Spreekuren
* maandag t/m vrijdag 13.30-14.00 uur
(niet op donderdag)
en 18.30-19.00 uur
* Zaterdag 10.00-11.00

Rijksweg 22 
6921 AG Duiven
Tel.: 0316-285217

Praktijk Arnhem

Spreekuren
maandag t/m vrijdag 19.45-20.15 uur

Johan de Wittlaan 246
6828 WS Arnhem
Tel.: 026-3513450

 

Laatste nieuws

Volg het laatste nieuws op Facebook!

 
 
 
 

Operatie

Algemeen

Door veilige narcose, een compleet ingerichte operatiekamer en een jarenlange ervaring kunnen we chirurgisch werk verrichten op hoog niveau.
Met u als eigenaar wordt in goed overleg besproken wat er gaat gebeuren, wat de vooruitzichten zijn en met welke kostprijs er ongeveer rekening gehouden moet worden. Een exacte prijs kunnen we van te voren nooit geven omdat het afhankelijk is van hoe de operatie verloopt, hoe lang het heeft geduurd en of er (onverhoopt) complicaties optreden.

Wilt u aanwezig zijn bij de operatie van uw dier? Laat het ons weten, dan kan er een afspraak gemaakt worden.

Veilig opereren

Een operatie brengt altijd risico's met zich mee. Door moderne technieken kunnen deze risico's wel geminimaliseerd worden. Zo wordt er veel aandacht besteed aan het steriel werken en tijdens de operatie ligt het dier aan het ECG (hartbewaking), is er controle van de ademhaling en bewaking van de zuurstofsaturatie. In de kliniek worden alle dieren geopereerd met behulp van isofluraan (gasnarcose) als onderhoudsnarcose. Hiervoor is altijd een anesthesieassistent aanwezig.

Isofluraan is een van de veiligste vormen van narcose. Als een dier van het anesthesiegas wordt gehaald, kan het met enkele ademteugen alweer wakker zijn. Dit maakt het daarom ook een geschikt narcosemiddel voor konijnen en knaagdieren.  

Als dieren een bekend hartprobleem hebben, wordt voor de operatie altijd een ECG gemaakt.

Pre-anesthetisch onderzoek

Het hele operatieproces begint met een pre-anesthetisch onderzoek. Dit houdt in dat de vitale functies (o.a. ademhaling, hart en circulatie) van uw dier worden nagekeken. U als eigenaar speelt ook een belangrijke rol; in deze fase vooral in de informatievoorziening. Vragen die cruciaal zijn voor een operatie, zijn:

  • Staat het dier momenteel op medicatie?
  • Is het dier overgevoelig voor bepaalde stoffen?
  • Bestaan er problemen m.b.t. uithoudingsvermogen, eten of drinken en ontlasting?
  • Staat uw dier op een speciaal dieet?
  • Is het dier eerder geopereerd en zo ja, waren er toen problemen?

Eten en drinken

Vervolgens is het moment bijna daar dat uw dier geopereerd wordt. Om de operatie veilig te kunnen uitvoeren, mag uw hond of kat 12 uur voor de operatie niets meer eten. De reden hiervoor is dat dieren die binnen die 12 uur nog hebben gegeten, kunnen gaan braken voor of tijdens de operatie. Dit kan leiden tot verslikken en uw dier kan daar een longontsteking van krijgen. Ook kan het dier stikken in zijn eigen braaksel.

Wij houden als stelregel aan dat een dier vanaf 18.00 uur de dag voor de operatie niet meer mag eten. Water mag nog wel gegeven worden.

Let op: konijnen en knagers (cavia, rat, muis, etc.) hebben een ander darmstelsel dan honden of katten. Om dit darmstelsel op gang te houden, moeten deze dieren ten alle tijden blijven eten. Deze dieren hoeven dus niet nuchter te zijn voor een operatie.

Voorbereiding op de operatie

Breng uw dier schoon en vrij van vlooien naar de praktijk. Een anti-vlo behandeling kunt u tot maximaal 2 dagen voor de operatie geven. Geeft u het later, dan is het mogelijk dat de narcose minder goed werkt. Er moet dan een hogere dosis worden gegeven, wat extra risico’s met zich meebrengt.

Honden dienen uitgelaten te zijn en moeten worden aangelijnd voordat ze worden afgeven op de praktijk.

Katten moeten de dag en/of nacht voor de operatie binnen worden gehouden; zo kan worden voorkomen dat ze zichzelf van eten voorzien. Katten worden afgegeven op de praktijk in een goed gesloten tas of reismand.

De operatie zelf

Voor een operatie krijgt een dier eerst een injectie die het dier rustig maakt. Als het dier ontspannen raakt, wordt het dier verder verdoofd. Bij kleine ingrepen kan worden volstaan met een plaatselijke verdoving. Bij grotere ingrepen wordt het dier onder volledige narcose gelegd door middel van operatiegas (isofluraan).

Het lichaamsdeel dat geopereerd moet worden, wordt eerst geschoren, gewassen en gedesinfecteerd. De omgeving van het operatiegebied wordt met doeken afgedekt en de operatie kan beginnen. Tijdens de operatie wordt uw dier zorgvuldig gemonitord.

Na de operatie

Na de operatie wordt uw dier in een rustige, verwarmde omgeving gelegd om bij te kunnen komen. Ook nu wordt uw dier zorgvuldig bewaakt en gecontroleerd.

Uw dier blijft na de operatie in principe minstens tot 17.00 uur op de praktijk. Hier krijgt uw dier, als het goed wakker is, eerst wat water en later kleine hoeveelheden voer. Konijnen en knagers krijgen direct na de operatie sondevoeding en glucose.

Naar huis

Dieren die een kleine ingreep ondergaan, mogen aan het eind van de dag vaak alweer naar huis. Dieren die een buikoperatie hebben gehad, blijven een nachtje voor controle. Bij zeer grote ingrepen worden of indien intensieve zorg nodig is, blijft het dier meerdere nachten ter controle.

Nazorg

Pas als een dier goed is bijgekomen uit de verdoving, mag hij/zij pas naar huis. Houd uw dier na thuiskomst nog goed in de gaten en let op de volgende punten:

  • Slaperigheid: als uw dier toch nog slaperig wordt, geeft u hem/haar een rustige, warme en tochtvrije plaats. Zorg dat de hals van het dier gestrekt ligt, zodat de ademhaling niet wordt belemmerd. Blijft een dier op dezelfde zijde liggen en maakt het geen aanstalten om te bewegen, dan legt u het dier op zijn andere zij. De hals en rug kunnen gemasseerd worden om de ademhaling en bloedsomloop te stimuleren.
  • Beweging: een kat die nog niet bij is uit de verdoving, heeft de neiging om op of in voorwerpen te klimmen, terwijl zij dit eigenlijk nog niet kunnen. De kat wordt dan bij voorkeur in een klein vertrek opgesloten tot hij/zij weer normaal kan lopen, om te voorkomen dat het dier zich verwondt.
  • Houd uw kat de eerste dagen na de operatie binnen, zodat het gevaar van confrontaties met andere katten (en het verkeer) beperkt blijft. Voorkom dat uw kat in voorwerpen gaat klimmen of teveel gaat springen.
  • Laat uw hond de eerste 10-14 dagen na de operatie aan de lijn uit. Maak wandelingen niet te lang en probeer springen en spelen te voorkomen.  
  • De wond: operatiewonden worden bij dieren vaak niet verbonden. Mocht het dier aan de wond willen bijten, likken of krabben, dan kunt u dit voorkomen met een kap/kraag, t-shirt of medical pet shirt of toch een verband. De wond dient goed in de gaten te worden gehouden!
  • Hechtingen: controleer regelmatig of de hechtingen nog in orde zijn en of deze niet loslaten. De 10e dag na de operatie worden huidhechtingen op de praktijk verwijderd en verwachten wij u tevens voor de controle van uw dier.
  • Eten en drinken: houd goed in de gaten (zeker bij knagers en konijnen) of uw dier goed blijft eten en drinken.

Wanneer moet u hulp inroepen?

-       Als uw dier een paar uur na de operatie erg sloom blijft en/of koud aanvoelt

-       Als het dier na 24 uur thuis nog niets heeft gedronken of na 48 uur thuis nog niets wil eten

-       Als konijnen of knagers thuis stoppen met eten

-       Als een wond opengaat/hechtingen loslaten of als de wond nabloedt

-       Als een wond of spalk overmatig wordt gelikt of gebeten

-       Als de wond rood wordt

-       Als er pus uit de wond komt

-       Als een spalk of verband gaat stinken

Neem altijd contact met ons op, wanneer u denkt dat het niet goed gaat met uw dier!